Via een gezinsvoogd ontvangt Humanitas InHuis Steungezinnen een aanmelding voor een steungezin voor Semme, een jongen van zeven jaar. Hij is de jongste en de enige die nog thuis woont; zijn broer en zus zijn uit huis geplaatst. Zijn moeder Kris is alleenstaand en heeft een licht verstandelijke beperking.
Om de ondertoezichtstelling (OTS) te beëindigen, moet Kris meewerken aan een ‘vrijwillige’ opvang van Semme door een steungezin. Humanitas InHuis Steungezinnen werkt normaal volledig op basis van vrijwilligheid, maar in dit geval lag dat iets anders.
Het lukt om een goede match te vinden. Het proces verloopt niet altijd soepel, maar na twee jaar is Kris heel tevreden over de opvang van haar zoon. De ambulant begeleider die bij het gezin betrokken is, sluit aan bij de evaluatiegesprekken. Zo kunnen tips direct worden meegenomen in de verdere ondersteuning.
Semme ervaart in het steungezin hoe het in een ander gezin kan gaan. Hij voelt zich gezien en geniet van het samen dingen doen. Hij leert beter vertellen wat hij fijn vindt.
Ook Kris verandert: ze krijgt langzaam meer vertrouwen in hulpverlening. De informele hulp voelt voor haar minder bedreigend, waardoor ze meer openstaat om dingen anders aan te pakken.
Na twee jaar komt de zaak opnieuw voor. Dankzij de samenwerking tussen professionals en vrijwilligers is verlenging van de OTS niet meer nodig.